De diepte én de hoogte in

24 februari 2016 - Flores, Guatemala

Ondanks dat de hoofdstad van Honduras dit jaar naar de tweede plaats gezakt is op de lijst van steden met het hoogste aantal moorden (de zogenaamde Murder Capitals), leek het me toch beter het vaste land daar maar even over te slaan. Dat kon ook wel, want Honduras stond op mijn lijstje vanwege het duiken en daarvoor was ik op één van de Bay Islands aangewezen. Ik besloot een hele week naar Roatán te gaan, even een hele week op één plek, alleen maar duiken en niets-doen. Ik was namelijk stiekem een beetje moe van vier maanden non-stop reizen.
Duiken bij Roatán zou heel goedkoop zijn. Dat was niet zo. Duiken bij Roatán zou ook heel spectaculair zijn. Dat was helaas ook niet zo, althans niet op de duikspots waar ik geweest ben. Hoewel het water inderdaad kraakhelder is en er volop koraal is, lijken de riffen slachtoffer geworden van het recente massatoerisme hier - beschadigd door de vele zwengelbenen van snorkelaars en duikklasjes. Jammer!
Roatán zou ook boven water heel mooi zijn. En dát kan ik best bevestigen. Ik kan het alleen niet echt laten zien, want, zo dacht ik die eerste dagen: "eerst de diepte in, foto's maken komt later wel". Wist ik veel dat het dagenlang onophoudelijk zou gaan stormen! Roatán in de regen is niet mooi en ook niet leuk (en ook niet warm). In de regen is het maar gewoon een eiland, met teveel muggen en teveel Amerikanen, waar niets te doen is en waar ik niet voorbarig vanaf kon. Ondanks m'n recent ontwikkelde lichte vliegangst ben ik op dag acht dan ook jubelend het vliegtuig naar Guatemala ingestapt - ik ben nog nooit zo klaar met niets-doen geweest!

Hoewel Guatemala City 'slechts' op de 25ste plaats van eerdergenoemde lijst staat, heeft de stad toch zo zijn reputatie, waardoor een stedentripje "Guate" voor mij niet zo nodig hoefde. Gelukkig ligt het oude, nog vrij traditionele Antigua slechts een uur verderop. Hier ontmoette ik mede-Hagenees Ben, met wie ik de volgende dag op verkenning ben geweest in dit sfeervolle stadje (en uiteindelijk ook in de rest van Guatemala), waar je eindeloos kunt rondstruinen en waar ze over het algemeen ook nog goeie koffie zetten. We zijn er ook als twee Oempaloempa's chocolaatjes gaan maken (onder begeleiding van een overenthousiaste Willy Wonka), waar we ons vervolgens dagenlang nog-net-niet misselijk aan hebben gegeten. Het mooiste aan Antigua was echter de naastgelegen vulkaan, die met regelmaat van zich liet horen én zien, en zo ook toen wij er waren: de rood/oranje lava stroomde in overvloed over de rand - een fantastisch gezicht! - en het gerommel was de hele nacht te horen. Echt heel cool!

Het was sowieso behoorlijk cool (als in koel) in de Highlands van Guatemala, vooral 's avonds en 's nachts daalde de temperatuur tot onder de tien graden. Heel fijn als je daar geen kleren voor mee hebt! Gelukkig was het in San Pedro de Laguna, aan het enorme Atitlán-meer, net een graadje warmer. Sterker nog, ik heb er peentjes gezweet, maar dat had dan weer weinig met het weer te maken. Om de korte hike naar het uitkijkpunt (the Indian Nose) te maken, moesten we eerst een stuk met de bus de hoogte in. Op zich prima, scheelt toch weer 700 meter klimmen. Alleen die bus was een chicken bus (remember!!?) en die uiteraard onverharde weg omhoog was ernstig stijl, vol haarspeldbochten en met een steeds dieper wordende afgrond vlak naast ons. De bochten waren regelmatig te krap, dan moest de bus een stukje achteruit en dan weer vol gas in zijn vooruit. Bij één van de laatste bochten sloeg de motor zelfs af, stonden we daar in een zo goed als afgekeurde schoolbus met de motorkap open, met een uitzicht waar we niet om gevraagd hadden. Met, oh ja, het verhaal in ons achterhoofd dat in Guatemala elke week wel een chicken bus omkukelt. Lachen joh! Maar goed, het mag getuige dit verhaal duidelijk zijn dat we het overleefd hebben (en een tshirt verdiend hebben!) en het uitzicht vanaf onze eindbestemming was ook wel echt heel mooi, dus we zullen maar zeggen dat het de moeite waard was.

Dat was helaas niet het geval voor Quetzaltenango, de tweede grootste stad van Guatemala. Behalve dat er niets te doen en te zien was, en het er opnieuw Heel Erg Koud was, bleek het ook nog een dood eind; het plan was om vanaf hier het binnenland in te gaan, maar dat bleek logistiek toch erg onlogisch. Tenzij we ons aan een paar uur durende bergrit met de chicken bus zouden wagen. Haha, dacht het niet!

En dus moesten we het hele eind weer terug, vier uur naar Guate en daar overstappen op de bus naar Rio Dulce Town, in het kleine Caribische hoekje dat Guatemala rijk is, waar we na zeven uur (inclusief een lekke band en heel veel pepermuntjes van de Guatemateef naast me) in het pikkedonker aankwamen. Gelukkig was het bootje naar ons moerasverblijf snel geregeld en hoefden we hierna helemaal niets meer, behalve een biertje drinken op het einde van de koude tijden - de Highlands waren prachtig, maar het moet wel leuk blijven natuurlijk!
De volgende dag kregen we beeld van waar we eigenlijk waren en bleken we nóg meer warmte te kunnen vinden bij de Hot Waterfalls, een hotspring met een natuurlijke warme douche, plus een soort Turks stoombad in de verborgen grot achter de waterval. Mooi, leuk en vooral superrelaxed! We hebben er ook een boottocht gemaakt over de befaamde Rio Dulce, wat heel mooi zou moeten zijn, maar we vlogen met zo'n rotgang over het water dat ik er weinig van meegekregen heb; daar ging m'n kans om zeekoeien te spotten! We zijn tot aan Livingston gevaren, aan de kust, waar weer eens bleek dat elk Caribisch stadje hetzelfde is, in welk land je ook bent (gekleurde huizen, gammele fietsjes, bejaarde Bob Marleys en dikke vrouwen, UB40 uit elke speaker en een wietlucht op elke straathoek), dus dit voegde weinig toe. Op de terugweg regende het vooral heel hard.

De weg van Rio Dulce naar Lanquín en Semuc Champey, in het binnenland, was denk ik de slechtste van heel Guatemala. We zaten nu dan wel in een (ieni)minibusje, maar comfortabel was het allerminst en heel geruststellend ook niet; we moesten de bergen weer in. Uiteindelijk kwamen we pas tegen tienen aan, in het donker en in de zeikregen. Die regen hield niet op, maar weerhield ons er ook niet van om Semuc Champey te bezoeken. Daar kwamen we tenslotte voor! Hoewel je bij deze waterval en kalkstenen poeltjes leuk kan zwemmen, liet het weer dat toch minder toe. Wandelen door de regen, en dan bij voorkeur stijl omhoog door de spekgladde modder, kan daarentegen natuurlijk altijd! Het werd een uitdagende klauterpartij, maar het uitzicht mocht er wezen en de lange hobbeldebobbel rit naar dit middle-of-nowhere oord was nu in ieder geval niet meer voor niets.

Omdat de directe bus naar onze volgende bestemming volgeboekt bleek, besloten we het eerste stuk van die etappe maar weer gewoon met lokaal vervoer af te leggen. De weg waarover we gekomen waren werd er ook in het volgende stuk niet direct beter op. Inmiddels had het ook al een paar dagen flink geregend, dus ook hier was het overal modderig. Onze van zichzelf al behoorlijk rammelende minibus had het er flink moeilijk mee en kwam uiteindelijk dan ook tot stilstand op een te gladde helling. Ondanks de inspanningen van de Guatemateekse passagiers duurde het een half uur voor we, half vergast door de overactieve uitlaat, enige grip op de weg kregen en de trip konden vervolgen. Een paar uur later waren we in het weinig denderende Cobán en besloten we dat dat ver genoeg was voor vandaag; reizen in Guatemala is een soort van briljant, maar vereist wel de nodige energie!

De volgende dag kwamen we na een paar uur misselijkmakend bochtenwerk (of was het toch het ontbijt met lokaal Fries suikerbrood?!) alsnog aan bij onze eindbestemming: Flores. Het kleine dorp, op een eilandje midden in een meer gelegen, dient voor velen als uitvalbasis voor een paar dagen cultuur. Het overgrote deel van alle inmiddels gevonden Mayatempels en -piramiden blijkt in Guatemala te liggen, velen daarvan rond Flores. Eén van de grootste complexen en tevens vermoedelijk de hoofdstad van het Mayarijk is Tikal. Tickets voor de sunrise tour naar Tikal gaan hier als warme broodjes over de toonbank, maar wie zich mijn Bromo verhaal nog herinnert snapt waarschijnlijk wel dat ik niet (meer) zoveel meerwaarde zie in dat nachtelijke gedoe - laat mij maar pitten, al is mijn bedje nog zo waardeloos. Gelukkig kun je ook gewoon 's middags naar Tikal, en zo geschiedde. Eerlijk gezegd lagen mijn verwachtingen niet zo hoog - Maya bouwwerken zijn toch vooral grote bergen stenen? - en nog eerlijker gezegd: ik was daadwerkelijk niet énorm onder de indruk. Tuurlijk, het is knap gebouwd enzo, maar erg creatief is het allemaal niet. Ik weet het, ik ben verwend... Maar: ook de Maya's verdienen een tweede kans en dus trokken we de volgende dag voor nog veel meer stijle trappen naar het minder bekende Yaxha. Veel minder mensen (en veel meer apen) en een stel bouwwerken die (ook qua uitzichten) zeker niet onder deden aan Tikal; het haalt het nog niet bij de tempels van Angkor Wat, maar de interesse is gewekt!

En dat is maar goed ook, want ik vertrek morgen voor mijn laatste etappe naar Mexico, waar ik toch ook echt niet om die hele Maya-meuk heen kan! ;-) Guatemala laat ik achter me met bijzonder goeie herinneringen op zak. Wat was dit een heerlijk land om doorheen te reizen! Misschien niet altijd even makkelijk en vlot, maar zo ontzettend leuk, sfeervol, mooi en bovenal divers. Opnieuw: een dikke aanrader!!

Liefs, Marit

Foto’s

1 Reactie

  1. Lidy:
    25 februari 2016
    Wat moet ik nu weer verzinnen om duidelijk te maken hoe vermakelijk je verhalen zijn en hoe prachtig je foto's!!