Het laatste hoofdstuk...

18 maart 2016 - Isla Mujeres, Mexico

...gaat over Mexico, waar de reis na een interessante grensovergang met bijzonder actieve speurhonden begon in de Chiapas-regio, in het zuidoosten. In Chiapas is het leven nog enigszins traditioneel en struikel je niet over de massa vakantiegangers. Hoewel het bij de ruïnes van Palenque duidelijk drukker was dan bij de tempels in Guatemala, was het nog steeds goed te overzien. En in het stadje Palenque zelf, dat sfeervoller was dan menig reisgids ons deed geloven, kon je de toeristen al helemaal op één hand tellen. 

Het dankzij een enorme omweg ruim acht uur verderop, in de bergen gelegen San Cristóbal de las Casas was al wat drukker, maar op een gezellige manier - nu de biertjes en wijntjes nog betaalbaar waren moesten we daar natuurlijk wel even van genieten en San Cristóbal bood daar alle gelegenheid toe! Het is een leuke stad, in een gebied waar bovendien veel te zien is. We zijn er onder meer naar de Cañon del Sumidero geweest, een op sommige plekken wel 1000 meter diepe kloof, waar een rivier doorheen stroomt en je dus per boot de 13 kilometer tussen de enorme rotswanden (en aapjes en krokodillen) kan afleggen. Massive!! Ook El Chiflón maakte indruk; wandelen langs de talloze kleine, turquoise poeltjes en stroomversnellingen - een herkansing op ons eerdere bezoek aan Semuc Champey, want nu met zon! - naar de 70 meter hoge waterval aan het eind, het was één groot kodak-moment. Al zat het mooiste moment die dag misschien niet eens in het natuurschoon, maar zoals zo vaak in de spontane interactie met de locals. In dit geval met de verkoopsters bij de Lagos, die alle vier tegelijkertijd keihard door elkaar heen begonnen te blèren zodra ze ons zagen; geen onbekend verschijnsel, maar bijzonder zinloos, want al zou ik het willen: ik versta er niks van! In een opwelling gaf ik ze allemaal een keiharde SSSTT terug, waar iedereen eerst totaal flabbergasted stil van viel en daarna massaal om begon te schaterlachen - humor verbindt altijd, en blijkt nog goed voor de zaken ook, want nu kregen we zowaar de kans om na te gaan wat ze überhaupt verkochten (allemaal hetzelfde natuurlijk), waarna ieder van ons bij ieder van hen een bakkie heeft gedaan.

De laatste echt lange rit van deze reis was 13 uur, naar Campeche, aan de westkust van het schiereiland Yucatán. Die stad stelde weinig voor, al hielp het druilerige weer en mijn opkomende buikgriep ook niet erg mee. Het ziek-zijn zette door in Merída, waar ik na vier weken samen reizen niet alleen afscheid heb genomen van Ben, maar helaas ook meer van de onderkant van het bed boven mij dan van deze wél leuke stad heb gezien. Toen ik me toch even in het centrum begaf, op een bijzonder gezellige zondagmiddag vol muzikale festiviteiten, werd ik op het plein benaderd door een dokter (?!) die diensten als bloedddruk opmeten e.d. aanbood. Hoewel zijn timing spot-on was, besloot ik mede door het feit dat zijn doktersjas er meer uitzag als een slagersjas toch maar te bedanken. Ik zag hierna echter dat hij aan klandizie geen gebrek had, een medische keuring in het openbaar door een man met een slecht kostuum (?!) is in Merida kennelijk heel normaal!

Nog nauwelijks echt hersteld ging de tocht door, naar Valladolid. Een aardige stad, maar niet al te spectaculair. Tenzij je er toevallig op de juiste dag bent! Eén keer per jaar wordt er de hele avond een film/lichtshow vertoond op de muren van een enorm klooster, precies afgemeten aan de vorm van dit gebouw. Het laat in een kwartier de geschiedenis van Yucatán en dit klooster in het bijzonder zien. Supermooi gemaakt, echt heel vet.

In Vallodolid moesten de eerste cenotes eraan geloven. Cenotes zijn met water gevulde (zink)gaten in de grond, vaak in een ondergrondse grot verscholen, waarin je in sommige gevallen kunt zwemmen. En zo ook hier. Leuk!
De stad ligt ook relatief dichtbij het beroemde Mayacomplex Chitzén Itzá... maar daar gaat de hele wereld al heen, inclusief het badgastenpubliek van Cancún en Playa del Carmen, dus daar bleef ik zelf liever uit de buurt. In plaats daarvan ging ik naar het veel kleinere Ek Balam, waar ik met windkracht 8 om m'n oren de stijle klim naar boven heb gemaakt, om daar vervolgens een tijd gewoon te zitten, met even he-le-maal niemand om me heen (en om moed te verzamelen om weer naar beneden te gaan). Mooie Mayaruïnes in het overtoeristische Yucatán, helemaal voor mezelf alleen, dát noem ik pas een wereldwonder!

Na een paar dagen rondhangen op het randje van de topdrukte was het uiteindelijk dan toch echt tijd om er middenin te springen: de kuststreek, Riviera Maya, is by far het meestbezochte stukje Mexico. Het is er één en al (onbetaalbare) resorts en souvenierwinkels en drommen mensen (heel veel vlees in hele kleine broekjes) en mijn grootste doorn in het oog: zwemmen met dolfijnen. Maar het is er ook zon, zee en strand, wat toch wel erg fijn is aan het eind van een lange trip. 

Plus je kunt er duiken in de cenotes! Daarvoor moest ik in Tulum zijn, een klein stadje met heel veel beachresorts en bijbehorende stranden voor de mensen met geld, en een bescheiden stadscentrum met ho(s)tels en een publiek strand (5 kilometer verderop) voor backpackers en andere sloebers. Tulum ligt om de hoek bij The Pit en Dos Ojos, de twee cenotes die ik vanaf de bodem heb bekeken. Best een beetje spannend, want duiken met een dak boven je hoofd brengt bepaalde risico's mee, al is het door een paar kleine verschillen nog nét geen 'cave diving' (wat onder technisch duiken valt en alleen mag na specifieke training). De duik in The Pit bleek gelukkig eenvoudig; we gingen hier dan wel echt de diepte in (tot 30 meter), maar het grootste deel van het water boven ons was open, waardoor er mentaal geen verschil was met een duik in zee. Er was voldoende lichtinval, wat niet alleen handig was, maar vooral een supermooi effect gaf. Het bijzondere zat 'm verder vooral in wat natuurlijke 'special effects', zoals door de overgang van zoet naar zout water gaan; ineens was er even geen helder water meer, maar leek het of m'n bril ingesmeerd was met vaseline! De duik door Dos Ojos was veel minder diep, soms zaten we zelfs maar net onder de oppervlakte, maar ging wel door een heel tunnelgestel. Bij een dergelijke duik kun je niet zomaar je neus achterna (verdwalen kan desastreus zijn), je moet een vaste route volgen via een lange lijn die is uitgezet. Tot mijn grote opluchting had ik totaal geen last van claustrofobie en doordat we goede lampen meehadden vergat ik soms zelf bijna hoe donker het er op sommige plekken eigenlijk was. Het water was extreem helder en ondanks het gebrek aan vissen en koraal was er veel te zien; het was één en al stalactieten en stalagmieten! Al met al een bijzondere ervaring!

Bij Tulum zijn (uiteraard) ook ruïnes te vinden en hoewel ik er inmiddels wel genoeg gezien had, besloot ik deze toch nog even mee te pakken. Deze ruïnes onderscheiden zich namelijk van de anderen door de bijzondere ligging, bovenop een klif. Helaas bleek er nog een verschil: ze waren afgezet, je mocht er niet op! Tja toen werd wel snel duidelijk hoe weinig ik eigenlijk met het culturele aspect van de Maya's heb, zonder een beetje klimmen en klauteren is het toch echt maar gewoon een berg stenen... Maar de ligging was inderdaad echt mooi. Én verdomde handig, want een half uur later lagen we heerlijk op het strand!

Dit laatste hoofdstuk eindigt op het bloedverziekend hete eilandje Isla Mujeres, waar ik nog één keer ben wezen duiken (o.a. bij het onderwatermuseum, een kunstmatig rif van talloze standbeelden, inmiddels deels overgroeid met koraal en zulks) en waar ik het verder bij strandhangen hou. 

Het einde van de trip is nabij, het is tijd om me voor te bereiden op de reis naar huis. Ik heb serieus overwogen het nog even uit te stellen, maar enig realisme heeft me daar van weerhouden. En dus dwing ik mezelf nu om niet te kijken naar wat ik straks kwijt ben, maar wat ik de afgelopen maanden gekregen heb. Hoewel ik ook deze trip weer heel veel verloren ben (o.a. bizar veel kleren, vier zonnebrillen en de nodige kilo's), ga ik ook nu weer veel rijker terug dan dat ik gekomen ben. Ik ben, hoewel misschien wat kreupel, door acht prachtige landen gereisd, van de ene fantastische ontmoeting naar het andere grootse avontuur. Ik heb (een soort van) Spaans geleerd. Ik ben aan een kabel over een ravijn gevlogen. Heb me onder tafel gedronken met een stel Colombianen. Ik heb 's nachts zeilen in de (soort van) storm overleefd. En niet te vergeten de chicken bus! Ik heb gedoken in cenotes. Een vulkaanuitbarsting gezien, en vogels met blauwe voeten. Heb langer op een paard gezeten dan goed voor me was, in een hangmat boven zee geslapen en op de evenaar gedanst. Ik heb zelfs met een zeeleeuw gezwommen! I did it all! I owned every second that this world could give, saw so many places, the things that I did. With every broken bone, I swear: I lived!!

Hasta pronto - tot binnenkort! Dikke kus, Mar

Foto’s

5 Reacties

  1. Marielle:
    18 maart 2016
    Super mooi avontuur gehad!! Maar ook weer fijn dat je dadelijk weer in reallife te zien en te horen bent!!!!geniet nog even!!kus
  2. Danielle:
    18 maart 2016
    Wederom genoten van je verhaal! Tot snel in Nederland!
  3. Tessa:
    18 maart 2016
    Een mooi einde! Goede reis terug! X
  4. Lidy:
    18 maart 2016
    Ik sluit me aan bij Mariëlle en dus: WELKOM THUIS :)
  5. Joke van den bos:
    19 maart 2016
    goede terugreis Mar en welkom thuis!!!